"Open Monumentendagen" of "Heritage days"
De "Open Monumentendagen" zijn omgedoopt tot "Heritage days" om "inclusiever en breder" te worden, aldus staatssecretaris Pascal Smet, belast met Stedenbouw en Erfgoed.
Het is altijd interessant om een debat te voeren over de term patrimonium betekent. Maar we zullen het aan de deskundigen overlaten om het gebruik van de woorden "patrimonium", "matrimonium" of "monumenten" te verdedigen. Wij denken dat de Brusselaars echt wel weten waar we het over hebben wanneer we de langverwachte "Open Monumentendagen" aankondigen...
Laten we er met Marie-Sophie de Clippele echter op wijzen dat het begrip "heritage" eerder gericht is op het verleden, terwijl "patrimonium" zowel het heden als de toekomst omvat, dus ook het levend erfgoed waaronder immaterieel erfgoed, folklore of muziek. Het woord "patrimonium" is dus meer een overkoepelende term geworden, die breder is dan wat wij uit het verleden hebben geërfd."
"Heritage Days" verwijst ook onnodig naar de Angelsaksische structuur van "heritage funds", die ver afstaat van onze continentale praktijken...
Anderzijds lijkt het ons onzin dat de minister, om een lexicaal probleem te omzeilen, teruggrijpt naar het Engels en "Heritage Days" creëert... In een tijd waarin het immaterieel erfgoed steeds meer wordt gepromoot, is het onverdedigbaar het Frans en het Nederlands, die beide evenzeer deel uitmaken van onze Brusselse cultuur, en dus van ons patrimonium, op te geven.
Het is voor onze nieuwe "communicatoren" natuurlijk veel gemakkelijker om één enkele naam te gebruiken, in dit geval de Engelse, dan twee namen te moeten aannemen voor één gebeurtenis.
Het imago van Brussel wordt nu al, zonder enig publiek debat, steeds meer naar het Engels vertaald. Op het Internet worden de diensten van het Gewest ondergebracht onder .brussels . Daarenboven zal een dergelijk gebruik van het Engels waarschijnlijk de lager opgeleide bevolkingsgroepen, die men nu net zou moeten trachten te bereiken, van ons vervreemden.
Een van de charmes van Brussel is zijn multicultureel karakter. Brussel is nu eenmaal gestoeld op de ontmoeting van Vlamingen en Franstaligen. Het was niet altijd gemakkelijk, maar het heeft wel gezorgd voor onze gemengde cultuur en misschien ligt deze half-Latijnse en half-Duitse kant net aan de basis van de humor die ons wordt toegeschreven... ?
De Engelsen zijn een van de weinige Europese volkeren die ons niet zijn binnengevallen, maar die, profiterend van onze taalstrijd, hun taal als lingua franca opdringen in Brussel. Meer nog het is het "globish" dat ons wordt voorgesteld... Is dit te wijten aan luiheid, onwetendheid of een fascinatie voor een globalistische cultuur?
De verdediging van het patrimonium - of van het matrimonium of van "heritage" - houdt ook de verdediging in van al wat er omheen hangt, en met name van onze plaatselijke talen. Daar moeten we eerder trots op zijn, in plaats van een taal te gebruiken die niet eens heeft bijgedragen aan de oprichting ervan.