Naar inhoud

Het Museum van 'le Chat': een kat vindt er haar jongeren niet

6 mei 2021

Brussel, 6 mei 2021 - Jaren geleden deed Rudi Vervoort een beroep op Philippe Geluck voor het opzettten van een financiële constructie voor het gebouw genaamd "1930". Deze stadskanker zou met name een museum voor ‘le Chat’ worden. Na juridische procedures heeft het Brussels Gewest zojuist de bouwvergunning verleend voor het gebouw dat is ontworpen door de uitstekende architect Hebbelinck.

En toch, wat een kabaal, terwijl alle beslissingen al werden genomen...! En Philippe Geluck, die zijn leven heeft gewijd aan humor en lachen, en in zijn stad een eigen museum heeft weten op te richten, die lacht niet meer ...

Laten we enkele feiten in herinnering brengen die de fouten in dit dossier illustreren

Het Brussels Gewest, eigenaar van dit gebouw uit “1930” heeft dit gebouw laten verkommeren tot de ruïne die het vandaag is. De Kunstwijk heeft nochtans gevochten voor het behoud van het gebouw "1930" en met succes. Terwijl de minister-president de Donnéa had besloten het te slopen, kwam zijn opvolger, Charles Picqué, hierop terug en volgde deze het standpunt van de Kunstwijk.

Er zij terloops op gewezen dat gebouw "1930" met zijn architectuur vergelijkbaar was met dat van het Paleis voor Schone Kunsten. Het gebouw was toen in onberispelijke staat en nagenoeg oorspronkelijk, zowel binnen als buiten: antieke tegels op de muren, elektrische verlichting in elke kamer, eiken parket, antieke deuren, ramen en kozijnen uit die tijd.

Maar ondanks het besluit om het gebouw te beschermen, nam een ambtenaar van de Regionale Landraad het initiatief om het interieur van gebouw "1930" volledig te strippen, waardoor alleen de betonnen structuur overbleef en alle erfgoedwaarde uit het gebouw werd verwijderd...! In deze staat was het duidelijk onmogelijk om er een bestemming voor te vinden en werd de sloop onomkeerbaar. Dergelijke sloop, binnenin het blok en zonder de activiteiten van BOZAR te storen door lawaai en trillingen, zou echter ingewikkeld blijken.

Deze feiten nodigen ons uit na te denken over de regels van goed bestuur bij de bescherming van ons aller erfgoed.

De ene kat is de andere niet

Er hadden natuurlijk ook andere bestemmingen kunnen worden gevonden voor dit pand. Een aantal diensten van het Brussels Gewest zijn in de buurt gevestigd, zoals Perspectives, Urban, Visit Brussels. Zij hadden een deel van de lokalen kunnen betrekken... voordat ze werden ontmanteld.

Zo men overigens een culturele bestemming had willen suggereren, dan is daar de internationale COBRA-beweging met kunstenaars als Appel, Alechinsky en Dotremont, of Paul Delvaux, wiens Stichting op zoek is naar een museum in Brussel. Kunstenaars die stuk voor stuk een grotere zichtbaarheid in Brussel verdienen...

Verder zou het zeker opportuun zijn geweest om vanaf het begin participatie tot dit culturele project toe te laten... en zo een groter draagvlak bij de Brusselaars creëren. Of de keuze van de bestemming toevertrouwen aan culturele actoren in plaats van aan de politiek. Men denke hierbij aan het voorbeeld van de ACVI (Artistieke Commissie van de Vervoerinfrastructuren) die instaat voor de keuze van kunstwerken in de openbare ruimte.

Het Brussels Gewest neemt geleidelijk aan culturele aangelegenheden over, wat een goede zaak is, maar de praktijken die daaruit voortvloeien, moeten op een transparante en participatieve manier worden georganiseerd. Dat zou Brussel enkel nog zoveel meer laten schitteren.